De jongens van de fietsenstalling

2019 / 25 mei : Tekstheks

“Hartstikke mooi,” zei ik tegen de jongen die het kaartje aan mijn fiets niette. Het betrof een klein stukje papier in de kleuren rood en wit en met een datumstempel erop - de datum van vandaag. De jongen had het keurig aan mijn stuur bevestigd.

Elke ochtend voltrok zich hetzelfde ritueel : ik liep met mijn fiets aan de hand de ondergrondse fietsenstalling in waar ik mijn fiets parkeerde, om vervolgens in het kantoorpand erboven mijn werkdag te volbrengen. En elke ochtend stond er een jongen klaar om een kaartje met datum aan de arriverende fietsen te bevestigen.

Meestal zaten die kaartjes schots en scheef of kreeg de jongen de kaartjes niet goed afgescheurd uit het kaartjesboekje. Sommigen wisten niet hoe ze met de nietjestang moesten omgaan, die waren dan minutenlang aan het prutsen om het kaartje vast te hechten. Soms kreeg je het kaartje zelfs los mee, dat waren de echte hopeloze gevallen, de jongens die de stress van de drukke fietsenstalling-ochtendspits niet aankonden.

De kaartjesjongens werkten daar niet uit vrije wil. Gewoonlijk waren het jongens die om verschillende redenen een tijdje niet gewerkt hadden en moesten re-integreren. Sommigen wekten de indruk dat ze nog nooit eerder hadden gewerkt. Er waren jongens bij die schuw voor zich uit keken en zwijgend hun werk deden, anderen waren iets meer op hun gemak en zeiden netjes “Goedemorgen” en “Fijne dag” zoals het hen door de opzichter was geleerd. Er was er ook één bij die bij elk kaartje dat hij vastniette zei “Zo, een kaartje voor de fiets.” Daar zou ik dus aan het eind van de dag gestoord van worden.

De meesten werkten er maar korte tijd en werden daarna overgeplaatst naar een andere fietsenstalling of geïntegreerd in een officiële baan. Terug in de maatschappij. Sommige jongens zag je week na week terug en dat waren degenen die zich op hun gemak voelden en die aan het eind van de middag, als ik mijn fiets weer kwam ophalen, muziek aan hadden staan en meezongen. Met die jongens maakte ik vaak even een praatje, ze kenden mij allemaal. En als de stalling helemaal vol leek kwam er altijd wel een van hen helpen om nog een plekje voor mijn fiets te vinden.

Deze jongens hebben niet gestudeerd, ze hoeven niet veel meer te doen dan kaartjes met de juiste datum stempelen en aan fietsen bevestigen, de stalling een beetje aanvegen en zorgen dat alle fietsen zodanig staan dat de doorgangen niet worden geblokkeerd. Maar ze zijn onmisbaar. Elke ochtend als ik mijn fiets stal weet ik dat ik er op kan rekenen dat die er aan het eind van de dag nog staat. Dankzij de jongens van de fietsenstalling. En elke avond als ik naar huis fiets realiseer ik me dat ik mede dankzij deze jongens mijn werk kan doen.


© 2019 TekstHeks

DETLEVSKI