Toch telkens weer

Staand op de pedalen vecht ik
tegen storm en regen
bladeren en takken waaien langs ik
trek mijn hoofd diep in mijn kraag
word net niet geraakt

Het begint te hagelen korrels
striemen mijn gezicht
gevoelloze handen in
doorweekte wanten
mijn banden slippen op het gladde pad

De laatste meters door het park
houd ik mijn adem in, bomen zwaaien
takken kraken, het pad ligt bezaaid
met afgevallen stukken
het bruggetje is spiegelglad

Maar op bestemming aangekomen zie ik
de metro ladingen passagiers uitbraken
over uitpuilende perrons en
de volle straten van de stad
natte jassen, chagrijnige gezichten
de stank van sigarettenrook en zweet

En dan weet ik waarom ik
toch telkens weer
vrijwillig met de elementen strijd.

 

© 2019 TekstHeks

DETLEVSKI